dinsdag 26 september 2006

Expeditie naar de Groningse jungle


Omdat ik al tijden mezelf en A. had beloofd om eens het mooie Groningerland te bezoeken,

aanvaardde ik de reis afgelopen zondag. Tropenhelm, klamboe, muggenolie en een machete waren niet nodig, de jungle achter Veendam bleek grotendeels onbebost te zijn.

Ik had een rotsvast vertrouwen in mijn lieftallige reisgenote, "Vlaamse Veerle", die mij uit de TomTom toesprak. Onderweg vielen me de berkenbomen langs de N33 op, die ik niet heb kunnen fotograferen vanwege het simpele feit dat zoiets met 100 km/u onverstandig zou zijn.


Tot de A7 ging alles zijn gangetje, maar toen greep Veerle in. Resoluut liet ze me de afslag nemen, waardoor ik ergens in een gehucht terechtkwam dat volgens mij Nieuwolda heet. Boerderijen, en landweggetjes, waarop een auto en een fiets stonden. De fietser ging pas op 't laatste moment opzij, ik reed hem voorbij, een wolk stof van de Groningse steppe achterlatend.


Na een brug die ze de "Scheve Klap" noemen ( klappen heb je daar in soorten en maten,
zelfs tuss(ch)en klappen) kwam W. in zicht, de bruisende metropool van het Oldambt. "Bestemming bereikt" riep Veerle opgelucht terwijl ik via de stoeprand bijna A's "Metsubsidie" ramde. Ik werd enthousiast begroet met een bak koffie, nadat ik de kadootjes had uitgedeeld aan Grote en Kleine Zus en hun moeder. Zoals al uitgebreid te lezen is op A.'s weblog ging de reis daarna naar Delfzijl, via een heus windmolenpark. Ik was er nog nooit geweest, maar verwachtte al geen mondaine badplaats. Voor het krabbenverhaal verwijs ik opnieuw naar de voornoemde blog.

Omdat ik al veel over het "Grunnegerlaand" had gelezen, zijn we even bij Oterdum gestopt, een dorp dat afgebroken moest worden om de vaart der volkeren niet te stuiten. Deze vaart kwam echter ruim voor het dorp tot stilstand. Oterdum was er toen al niet meer. Wat rest is een verzameling grafzerken en een indrukwekkend monument..

De skyline werd wel door industrie en een spoorlijn bepaald, ik keek toch liever naar het water.
Na de pier te hebben bezocht keerden we huiswaarts, maar niet na de indrukwekkende industrie te hebben gezien en de "lage snelheidslijn" van de chloortreinen die onlangs hun laatste rit maakten. Het begrip "een dorp onder de rook van Delfzijl" krijgt hierdoor wel een speciale betekenis..

Al met al hebben we ons niet verveeld. Volgende halte: Emden! Maar daarvoor moet ik wel wat meer baantjes gaan trekken want een brug hebben ze er nog niet liggen, terwijl het vlakbij de kust ligt, bijna aan te raken..