maandag 28 januari 2008

Wachten


"Hebt u dat nou ook?"
De oude, nadrukkelijk naar rook stinkende man boog zich naar me toe.
"mijn bloed is niet goed.." en nu he'k nije medizien'n kreeg'n maor daar kan ik weer niet lekker van p**** Ik zit soms wel n half uur.. En mien kop döt ok zeer"

Ik humde plaatsvervangend gegeneerd iets en dook weg in het plaatselijke sufferdje dat op tafel lag. Hij was nog niet uitgepraat. "De taxi was te laat en nu moet ik weer wachten".. Dat had ik al gezien, toen ik aankwam, hij stond buiten fanatiek aan een peuk te trekken. Voor mij werd een dame opgeroepen bij de dokter waar ik zijn moest. "Duurt wel even" zei de vieze man. Ik ging twee stoelen verder zitten en bij gebrek aan beter stortte ik me op het blaadje van Landschapsbeheer. "Vriendin" en "Viva" lagen te wachten, alles beter dan dit gesprek. Vieze man schoof mee..

Eindelijk kwam de dokter en werd ik opgeroepen.
Moeizaam strompelde ik mee, een voet heftig protesterend van de jicht met me meeslepend. Nee, ze wilde 'm niet ter plekke amputeren.. Met sterkere pillen mocht ik gaan. Zo snel ik kon ging ik de wachtkamer voorbij.. De man stond buiten weer eenzaam aan zijn peuk te trekken. Ik haat wachtkamers, maar vond de man ook wel weer triest..